Malle Betje, zo wordt de toren op het stadhuis door Middelburgers genoemd, omdat de klok altijd achterloopt bij die van de Lange Jan. Uitkijkend over de stad moet Malle Betje in haar leven heel wat meegemaakt hebben. Middelburg was na Amsterdam de tweede handelsstad van de V.O.C., werd tijdelijk bisschopszetel en had eeuwen later veel te lijden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op pad door historisch Middelburg ontdekken we de geschiedenis van de stad.
Middelburg, een rijke geschiedenis
Gotische vensters, kleurrijke rood-witte luiken, sierlijke torentjes en beelden van Zeeuwse graven en gravinnen sieren de gevel van het laatgotische stadhuis van Middelburg. Wie je zou vertellen dat het gebouw tijdens de Tweede Wereldoorlog grotendeels verwoest werd, zou je spontaan voor gek verklaren. Toch onderging het stadhuis, samen met een groot deel van Middelburg, dit lot.
“Het stadhuis brandde na een bombardement in 1940 helemaal uit. Schilderijen gingen verloren, het interieur werd geheel verwoest.” zo vertelt onze gids. Toen Nederland op 15 mei capituleerde waren in Zeeland Franse en Duitse troepen nog in gevecht. Om de Franse terugtocht te dekken werd de binnenstad op 17 mei beschoten. Het stadhuis en het abdijcomplex werden verwoest, samen met een groot aantal andere historische gebouwen. Nog tijdens de oorlog begon Middelburg met de herbouw van de stad en ook het stadhuis werd gerestaureerd en in oude glorie hersteld. “In 2009 werd het gebouw zelfs uitgeroepen tot het op een na mooiste gebouw van Nederland. “
V.O.C., kooplieden, pracht en praal
Staand in de burgerzaal van het oude Stadhuis, ooit overigens de Lakenhal, besef ik me dat voor een kleine stad Middelburg een groot stadhuis heeft. Middelburg, of ‘Middelste Burcht’ zoals het in de beginjaren heette, telt hiernaast ook nog eens een enorm aantal monumenten. Waar komt deze rijkdom vandaan?
“Middelburg telde zo’n 5000 inwoners toen het stadhuis werd gebouwd.” We wandelen met onze gids inmiddels door de schilderachtige steegjes van de monumentale binnenstad van de hoofdstad van Zeeland. Aanvankelijk was de zeearm het Sloe ten oosten van de stad bevaarbaar. “Hierdoor werd Middelburg na Amsterdam voor de V.O.C. de belangrijkste stad in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden”. Dat verklaart het bouwen van de monumenten met veel pracht en praal.
Lopend over de dam, bij het Prins Hendrikdok, vervolgt de gids “Hier aan het water zie je de rijkdom. Grote pakhuizen aan de koele schaduwzijde van het water, terwijl de rijke inwoners aan de zonkant woonden. Zie de statige herenhuizen met hun lijstgevels.” De herenhuizen zijn het beste bewijs van de handelsmentaliteit van de stad. Rijke kooplieden uit Antwerpen en andere handelssteden vestigden zich langs de kaaien.
Het Zeeuws Archief laat de andere kant van de medaille zien. De tentoonstelling ‘Aan boord van een slavenschip’ laat zien hoe het leven was aan boord van een slavenschip van de Middelburgse Commercie Compagnie. De Compagnie was in de achttiende eeuw één van de grootste slavenhandelaren van Zeeland en had zich sinds 1756 geheel in de slavenhandel gespecialiseerd.
Zeilschepen voeren naar de kust van West-Afrika om handelsgoederen aan boord te ruilen voor slaven, die naar de Europese koloniën op het Amerikaanse continent werden gebracht. Zij gingen een leven op de koffie-, suiker- of cacaoplantages tegemoet. Daarna zou, met specerijen en rijke buit aan boord, weer koers worden gezet naar de Republiek der Verenigde Nederlanden. In de tentoonstelling wordt deze reis verteld aan de hand van scheepsjournalen, het chirurgijnsjournaal, schilderijen en documenten uit het archief van de Middelburgse Commercie Compagnie. Bijzonder is dat het gehele archief is opgenomen op de UNESCO werelderfgoedlijst ‘Memory of the World’.
Een kerk betaald met bier en wijn
We lopen voorbij de Oostkerk. Deze rijk versierde barokke koepelkerk uit 1667 is de eerste protestantse kerk in Middelburg. Bijzonder is dat dit één van de slechts vier koepelkerken is die in Nederland te vinden zijn. Mijn oog valt op het gebeeldhouwde skelet boven de hoofdingang. Een zogenaamd memento mori als verwijzing naar de sterfelijkheid van mensen.
Onze gids weet te vertellen dat de financiën voor de bouw overigens “voor een groot deel uit extra belasting op bier en wijn kwam. De kerk is als het ware ‘bij elkaar gezopen’.”
We worden gewezen op de vele gevelstenen op de huizen die de historie van de stad laten zien. “En de namen op de huizen. Zo herkende je de verschillende huizen, toen deze (tot aan de tijd van Napoleon) nog geen huisnummers en straatnamen hadden. Alleen het grootste huis in de straat had geen naam. Dat stond bekend als ‘het grootste huis’. In veel steden zijn de namen onder een laagje verf verdwenen, maar in Middelburg dragen de huizen de namen met trots. En zien jullie de gietijzeren levensbomen die in het bovenlicht van de deuren zijn aangebracht?”
Geschiedenis met een zwart randje
Aan de Pottenbakkerssingel, tegenover de Middelburgse Langeviele, komen we uit bij de Kloveniersdoelen. Gebouwd in 1607 was De Doelen de oefenruimte van de Kloveniers, de schuttersleden. Tussen 1878 en 1795 was het eigendom van de Oost-Indische Compagnie en in de Franse tijd was het een militair hospitaal na een inval van de Franse Revolutielegers.
Lopend langs de Kloveniersdoelen en de Middelburgse Abdij zou je er niet direct bij stilstaan, maar historisch Middelburg heeft flink geleden onder de Tweede Wereldoorlog. Het stadshart werd compleet vernietigd en is grotendeels weer in de oude sfeer herbouwd. Toch zie je op veel plaatsen nog de sporen die de oorlog heeft achtergelaten en de wederopbouw die de stad veranderd heeft.
Zo diende het parmantige 18e eeuwse landhuis Toorenvliedt in de Tweede Wereldoorlog als Duitse commandopost voor Walcheren en de Bevelanden. De bunkers die in het park zelf zijn aangelegd zijn voor een deel nog intact.
De sporen van de oorlog zijn ook te zien op een van de mooiste plekjes van de stad: de Middelburgse abdij. In de 12e eeuw telde Middelburg een groot religieus centrum. Dit verklaart het enorme complex, met vijf torens, mooie poorten en prachtige glas-in-loodramen. Vanaf het binnenplein zie je nog dat het complex verschillende keren is gerestaureerd, de laatste maal na het bombardement op Middelburg van 1940.
Uitkijkend over de stad
Malle Betje is niet de enige die uitkijkt over de stad. De Koorkerk en de Nieuwe Kerk maken onderdeel uit van de Abdij, net als de abdijtoren, de Lange Jan genaamd. Boven op de Abdijtoren kijken we uit over het historische centrum van Middelburg. Met zijn 90,5 meter hoogte en 207 treden die je hiervoor moet beklimmen kun je op heldere dagen vanaf de Lange Jan zelfs de omringende Zeeuwse eilanden zien.
Wij hebben minder geluk qua weer, maar we zoeken de mooie plekjes die we eerder zagen tijdens de wandeling. De Koepoort, de enige Middelburgse stadspoort die in zijn geheel bewaard is gebleven, opgetrokken in een parmantige Barokstijl. De Schuddebeursstraat. Niet alleen het smalste straatje van de stad, maar ook ooit de gevaarlijkste, waar je beurs werd gerold. Nu loop je hier richting de hoge muren van de tuinen van statige panden, waar de toppen van vijgenbomen nog net bovenuit komen, en je het bladerdak van oude linden en kastanjebomen ziet.
207 treden naar beneden bezoeken we het Zeeuws Museum dat is gevestigd in een gedeelte van de abdij. De geschiedenis van Zeeland is hier uitgesteld aan de hand van beroemde 16e eeuwse wandtapijten, besteld door het Zeeuwse bestuur na afloop van de Tachtigjarige oorlog, schilderijen, streekdrachten en kabinetten met zeldzame schatten uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
Kunst en cultuur in Middelburg
Wat je ook doet of hoe je loopt, je komt altijd weer uit bij het prachtige oude stadhuis. Ooit verhandelden de Middelburgers hier vlees. Bijzonder is hoe Zeeuwse en internationale kunstenaars zich nu laten inspireren door de gotische hal in het stadhuis. Ze exposeren met installaties en experimentele kunst. Sowieso is Middelburg een stad gevuld met galeries en kunstenaars. Maar hierover in de volgende blog meer!
*Disclaimer: ik maakte deze persreis op uitnodiging van de Gemeente Middelburg. Wij verbleven in het hart van de stad in Hotel The Roosevelt. Dit artikel bevat affiliate links. Dit betekent dat als je via één van deze links een aankoop doet, travelwriter.nl een kleine commissie ontvangt zónder extra kosten voor jou.
13 comments
Wat een mooie stad! Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik er nog nooit geweest ben.
Wat een mooie foto’s en een boel achtergrondinfo! Lang geleden was ik in Middelburg, maar geen idee dat er een toren was die Malle Betje heet, haha. Prachtig stadhuis trouwens!
Ik kan me inderdaad vaag herinneren dat Middelburg erg belangrijk was voor de VOC, grappig! Ik ben er nog nooit geweest, maar het ziet er prachtig uit. Mooie foto’s heb je ook gemaakt – en heel vele leuke extra info!
Malle Betje, haha! Wat grappig dat het zo wordt genoemd! Ik heb met mezelf afgesproken dat ik, zodra ik weer in Nederland ben, snel eens naar Zeeland moet. Nog nooit geweest, oeps! Ziet er erg gezellig uit!
Leuke blog om te lezen. Heel herkenbaar!
Ik werd vorig jaar echt verrast door de rijke historie van Middelburg.
Ik ben een aantal jaar geleden ook in Middelburg geweest en was ook positief verrast. Inderdaad een erg mooie stad!
Haha, “De kerk is als het ware bij elkaar gezopen.” Grappig. Ik weet niet meer helemaal zeker of ik er als kind nou geweest ben, maar misschien moet ik er maar eens een keer naar toe/terug gaan.
Mooie binnenstad he, ik ben er lang geleden al eens geweest maar zeker weer eens terug. Ik vind Veere ook zo leuk.
Heel leuk jouw verslag over Middelburg. Ik ben erg blij om geboren en getogen Middelburgse te zijn. Stel je eens voor dat je altijd in deze stad mag wonen? 🙂
Gezellig stadje zeg, toch eens bezoeken..!
Wauw wat een prachtig stadhuis hè! Ik kwam toen ik jonger was vaak in Middelburg, erg fijn stadje 🙂 Leuk om er wat meer over te lezen qua geschiedenis!
Grappig dat er zoveel Nederlandse steden zijn waar ik zo weinig van weet. Ik ben ooit eens in Middelburg geweest omdat ik net mijn trein had gemist (ging toen een deel van het Oosterschelde pad lopen) en dus ploften we op een terrasje met een bolus… ik zou sowieso eens vaker naar Zeeland moeten gaan. Dank voor de inspiratie!
Zelf woon ik in Middelburg, maar ik wist helemaal njet dat die toren malle betje werd genoemd. Grappig, zo leer ik nog iets over m’n eigen stad. 🙂
Top blog!